Sculpturen die de materiële en immateriële aspecten van iPhone chic reflecteren.
De economie mag dan wel in het slop zitten en de koopkracht afgenomen, het object fetisjisme is er niet minder om. iPhone chic viert hoogtij. De populairste producten in het huidige informatietijdperk zijn laptops, tablets, scanners, smartphones en ander digitaal, communicatief vernuft. De kunstenaars in Material World verwerken deze eigentijdse consumptieartikelen en industriële materialen in assemblages waarin objecten en materialen bij elkaar komen die ogenschijnlijk niets met elkaar van doen hebben. Het steriele en glanzende uiterlijk van de sculpturen reflecteert niet alleen de esthetiek van de nieuwste producten maar ook die van de consumptieartikelen fabricerende machines.
Op dezelfde manier waarop de industriële afwerking van gebruiksvoorwerpen geen spoor prijsgeeft van het menselijke aandeel in het productieproces, zo is in deze kunstwerken de kunstenaar afwezig. De sculpturen lijken de dominantie van het ding boven de mens te willen benadrukken. De object-georiënteerde ontologie; een recente stroming binnen de filosofie, stelt mensen gelijk aan andere dingen. Deze en aanverwante filosofische gedachten liggen aan de basis van sommige werken. De kunstenaars gebruiken uiteindelijk voorwerpen om het wezen der dingen af te tasten. Bewust zijn kunstwerken geselecteerd die formeel dicht bij elkaar staan. Hierdoor wordt de koele en afstandelijke sfeer van de kunstwerken en van de tentoonstelling als geheel versterkt. De identiteit van zowel de maker als de toeschouwer is ondergeschikt aan het ding. Daardoor is het lastig de kunstwerken van de verschillende makers te onderscheiden.
Material World is in samenwerking met kunstenaar David Jablonowski tot stand gekomen.